Alles wat je altijd al wilde weten over tuigleer!
We kennen het allemaal, tuigleer. We gebruiken het allemaal. Maar wat wordt er nu eigenlijk bedoeld met tuigleer?
Waar ligt het begin van het tuigleer?
Als we heel ver terug willen gaan, dan begint het tuigleer bij de oermensen. Die gebruikten de huiden die overbleven na het opeten van een dier om zich zelf warm te houden en te beschermen. Ze ontdekten dat vuur ervoor zorgde dat die huiden langer goed bleven en niet snel gingen rotten of schimmelen. Dit komt omdat het vuur en de rook de huiden uitdroogt. Het eerste “leer” was vaak een ruwe, oncomfortabele huid die niet erg lang goed bleef. Met de tijd kwamen ze erachter dat wanneer men vetten gebruikte om de huiden in te smeren, deze iets soepeler werden. Iets zachter ook. Dat kan het begin zijn geweest van wat we nu tuigleer noemen.
Het bewerken van de huiden met vetten en oliën had ook als effect dat ze het water kond afstoten. Daarmee konden de huiden naast bescherming tegen de kou ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld riemen en tuigen om de dieren die ze hadden te kunnen vast binden of te spannen voor landbouw materiaal.
Looistoffen
Het spreekt voor zich dat de looistoffen die werden gebruikt, kwamen uit de natuur. Het was een plantaardige looiing. Denk hierbij aan looistoffen of tannines afkomstig van bomen en planten zoals quebracho, mimosa, tara, eik en vetten, oliën van vissen en dieren. Het tuigleer is dus vaak vrij van chemische stoffen en heeft een uitstekende stevigheid en elasticiteit. Je kunt het niet zo maar uit elkaar trekken of scheuren. Het gaat eindeloos lang mee.
Het tuigleer wat je kent is vaak een blank of neutraal leer, stevig, met een bepaalde dikte. Als het geen kleurstoffen bevat zal het met de tijd onder invloed van het zonlicht verkleuren.
Tuigleer kan dus dik zijn, maar dat hoeft niet. Leer kan gesplit of geschaafd worden en ook het tuigleer kun je vinden met diktes van 1.3 -1.5 mm. wordt het leer niet gesplit, dan kun je diktes halen van wel 5 mm.
Chroomgelooid of plantaardig gelooid?
Tuigleer kan ook chroomgelooid worden, als er bepaalde eigenschappen meer nadruk moeten krijgen. Bijvoorbeeld de soepelheid of elasticiteit.
Iedere looier zal zijn eigen receptuur gebruiken voor het tuigleer. Met de moderne looitechnieken wordt er door iedere looier een eigen gezicht gegeven aan het tuigleer. Mat, glanzend, met een korrel etc.
Van een huid zullen verschillende delen gebruikt worden voor het tuigleer. Vaak zijn het de halzen, waarin je dan herkenbare nekstriemen terugvindt.
Natuurlijk bestaat er ook gekleurd tuigleer. Met aniline kleurstoffen kunnen er geweldig mooie, diepe, kleuren gemaakt worden. Ook al zijn het vaak de bekende kleuren, zwart, donkerbruin en cognac die we kennen van het gebruik voor bijvoorbeeld stoelen met tuigleren banden, er bestaan ook gewoon frisse, hippe kleuren.